Tewerkstellingsbarometer

2024

Periodiciteit: Maandelijks

Laatste updates: 27/09/2024

De RSZ publiceert maandelijks de Tewerkstellingsbarometer over de bezoldigde tewerkstelling in België, in het bijzonder over de werkgevers en werknemers die onder de Belgische sociale zekerheid vallen. Op een paar uitzonderingen na (internationaal akkoord, bilaterale conventie) is het Belgische socialezekerheidsstelsel van toepassing op:

  • werknemers die prestaties verrichten op Belgisch grondgebied voor een werkgever die in België is gevestigd;
  • werknemers die prestaties verrichten voor buitenlandse werkgevers die een exploitatiezetel hebben in België waarvan die werknemer afhankelijk is.

De barometer geeft de evolutie weer van het gemiddeld aantal personen per maand dat minstens één arbeidsrelatie heeft tijdens de observatieperiode. Deze aanpak, waarbij niet het aantal jobs maar het aantal werknemers centraal staat, beantwoordt aan het begrip ‘Belgische binnenlandse werkgelegenheid’. Het gaat met andere woorden om een demografische benadering.

De barometer meet de tewerkstelling op Belgisch grondgebied die onder de Belgische sociale zekerheid valt. Daarom is het onmogelijk om hier de tewerkstellingsgraad uit af te leiden. Hiervoor wordt gekeken naar de tewerkstelling door werknemers die in België wonen. Daarbij zitten onder andere zogenaamde ‘uitgaande’ grensarbeiders die in de grensstreek werken en meestal aan de sociale zekerheid van de buurlanden onderworpen zijn.

Raadpleeg het meest recente rapport van de Tewerkstellingsbarometer in pdf-formaat.

Bron van de gegevens in verband met de Tewerkstellingsbarometer

Deze barometer is gebaseerd op gegevens uit de database ‘personeelsbestand’ die alle arbeidsrelaties tussen werkgever en natuurlijke personen bevat. Deze database wordt gevoed door de Dimona-aangiftes van werkgevers. Dimona (Déclaration Immédiate/Onmiddellijke aangifte) is een eenvoudig elektronisch bericht waarmee het begin en/of het einde van een arbeidsrelatie tussen een werknemer en een werkgever onmiddellijk aan de RSZ wordt gemeld.

De gegevens uit de Dimona-aangiften laten een snellere en frequentere publicatie toe van informatie over arbeidsmarktschommelingen in België dan wanneer gegevens uit de trimestriële aangifte (DmfA) worden gebruikt. Maar het overzicht van deze barometer is wel minder nauwkeurig en beperkter. Dat komt omdat we weinig informatie hebben over de aard van de arbeidsrelaties (voltijdse of deeltijdse overeenkomst, arbeiders- of bediendencontract...).

Deze barometer is daarom een aanvulling op de bestaande tewerkstellingsstatistieken zoals de snelle ramingen van de tewerkstelling of DynaM. Deze gegevens verschillen zowel naar periodiciteit als naar oorsprong.

Basisconcepten

Observatieperiode

De observatieperiode bedraagt vier tot vijf weken. Ze start op de derde donderdag van de voorgaande maand. Deze scharnierdatum zorgt ervoor dat gegevens minimaal door kalendereffecten worden vertekend.

Relatie werkgever-werknemer’ en ‘arbeidsrelatie’

Een Dimona-aangifte bevat de volgende gegevens:

  • het nummer waarmee de werkgever geïdentificeerd wordt (KBO-nr.),
  • het nummer waarmee de werknemer geïdentificeerd wordt (identificatienummer sociale zekerheid),
  • de datum van het begin en/of het einde van de arbeidsrelatie.

In de loop van eenzelfde observatieperiode kan een werknemer meerdere arbeidsrelaties bij eenzelfde werkgever hebben.

In aanmerking genomen werknemers

De informatie uit de Dimona-aangifte laat toe om drie soorten werknemers te onderscheiden:

  • Gewone werknemers: alle werknemers die aan de sociale zekerheid onderworpen zijn, met inbegrip van de studenten die aan de sociale zekerheid onderworpen zijn;
  • Studenten: het gaat hierbij om werknemers tewerkgesteld met een studentenovereenkomst en die niet onderworpen zijn aan de sociale zekerheid van loontrekkende werknemers;
  • Werknemers waarop de RSZ-bijdragen niet van toepassing zijn.

De laatste twee soorten werknemers worden niet in de barometer opgenomen.

Methodologie

Berekeningen

Voor elke week (van donderdag tot woensdag) van de observatieperiode tellen we:

  • het aantal personen dat,
  • in functie van de ingevoerde aangiften,
  • in principe als gewone werknemer gedurende ten minste één dag tewerkgesteld was.

De finale gegevens zijn het gemiddelde van de wekelijkse gegevens.

De classificatiecriteria

Met het identificatienummer sociale zekerheid kan men gegevens over de tewerkgestelde personen uit de gegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen en de aanvullende registers van de KSZ halen. Daarin zijn de volgende classificaties mogelijk:

  • naar geslacht,
  • naar leeftijdsklasse (op basis van de leeftijd op het einde van de observatieperiode),
  • naar gewest waar de werknemer woont.

Op basis van de Dimona-gegevens is het niet mogelijk om het klassieke onderscheid te maken volgens de prestatiecriteria, zoals het statuut (arbeiders, bedienden of ambtenaren), het arbeidsstelsel (voltijds of deeltijds), de werkplaats en het paritair comité.

Omdat de gegevens ook over werknemers kunnen gaan die tijdens de observatieperiode een overeenkomst hebben met meerdere werkgevers, kunnen ze niet verdeeld worden volgens de kenmerken van de werkgever (zijn activiteit, zijn omvang,...).

Raadpleeg de powerpoint presentatie over de gebruikte methodologie Tewerkstellingsbarometer voor meer informatie.


Kies een formaat