Evolutie van de tewerkstelling volgens paritair comité
Eerste kwartaal 2024
Periodiciteit: Kwartaal
Laatste updates: 23/10/2024
Hier worden gegevens over de tewerkstelling (arbeidsplaatsen en werkgevers) volgens paritair comité gegeven.
Deze paritaire comités werden herverdeeld in een aantal groepen op basis van de verwante sectoren die van toepassing zijn.
Gegevens over de evolutie van de tewerkstelling naar Paritair Comité
Raadpleeg gegevens over de evolutie van het aantal werkgevers in Excel.
U kunt zelf een aantal draaitabellen maken op maat op basis van tijdreeksen per paritair comité (zonder sub-paritaire comités en zonder hergroepering in sectorgroepen) vanaf 2013:
De indeling naar sectorgroep gebeurt op basis van het paritair comité. Hoewel een werkgever in principe onder één enkel paritair comité valt, volgens het principe "de bijzaak volgt de hoofdzaak", en hoewel het paritair comité wordt bepaald door de hoofdactiviteit van de werkgever, bestaan er echter belangrijke uitzonderingen (o.a. indien er verschillende paritaire comités bestaan voor arbeiders en bedienden). Het paritair comité hangt dus niet enkel af van de economische activiteit van de werkgever, maar ook van de van de aard van de arbeidsprestaties van de werknemer. In tegenstelling tot de economische activiteit is de bepaling van het paritair comité de verantwoordelijkheid van de werkgever. De RSZ bepaalt enkel of de werkgever bijdragen moet betalen voor een fonds voor bestaanszekerheid, en dit eventueel na advies van de Algemene Directie van de Collectieve Arbeidsbetrekkingen. De indeling in sectorgroepen is dus volledig gebaseerd op de door de werkgever vermelde paritaire comités. De RSZ voert geen eenzijdige correcties door. De rubriek “Geen paritair comité van toepassing” bestaat in hoofdzaak uit werkgevers en werknemers van de overheidssector. Ook de werkgevers en werknemers van de lokale besturen, die voorheen bij DIBISS of RSZPPO werden aangegeven, behoren tot deze groep.
Daarbij moet opgemerkt worden dat een werkgever meerdere paritaire comités kan hebben, bijvoorbeeld een voor zijn arbeiders en een voor zijn bedienden. De som van het aantal werkgevers wijkt door deze dubbeltellingen af van de gegevens gerapporteerd over loontrekkende tewerkstelling.
Ook kan het uitzonderlijk gebeuren dat een paritair comité van sectorgroep verandert.
De gegevens worden op 2 manieren voorgesteld:
- In de eerste plaats wordt het aantal arbeidsplaatsen en het aantal werkgevers verdeeld volgens de sectorgroep en het paritair comité (geen sub-paritaire comités), en dit over de laatste drie jaar (dertien kwartalen).
- In de tweede reeks kan men zelf een aantal tabellen op maat (draaitabellen) aanmaken. Zij geven per paritair comité (zonder sub-paritaire comités en zonder hergroepering in sectorgroepen) een historische tijdreeks vanaf 2013.
Door de fusie met DIBISS is de RSZ sinds 1 januari 2017 ook bevoegd voor de inning van bijdragen van de lokale besturen. De waarnemingssfeer van de RSZ-statistieken wordt zo uitgebreid met de werknemers van de plaatselijke en provinciale overheden en omvat nu meer dan 99% van de loontrekkende tewerkstelling in België.
De uitbreiding van de waarnemingssfeer beperkt zich niet tot de gegevens vanaf het eerste kwartaal 2017. In de tijdreeksen worden ook voor voorafgaande kwartalen tot 2013 de gegevens van lokale besturen opgenomen.
Gegevens zijn daarom vanaf 2017 beschikbaar:
- de historische tijdreeks vanaf 2007 tot 2016 (zoals die tot op dat moment gepubliceerd werd), en,
- een tijdreeks vanaf 2013 tot en met het meest recent beschikbare kwartaal volgens de nieuwe waarnemingssfeer.