Verenigingswerk - Kwartaalstatistieken 2021

Vierde kwartaal 2021

Periodiciteit: Kwartaal

Laatste updates: 04/05/2022

Het stelsel Bijklussen, opgericht in juli 2018, bood onder bepaalde voorwaarden aan iedereen die dat wenst de mogelijkheid om in zijn vrije tijd betaalde activiteiten uit te oefenen - vrij van kosten en met een minimum aan administratieve taken. Dit betreft de activiteiten die een bijklusser verricht in het kader van verenigingswerk ten behoeve van een organisatie maar ook diensten tussen burgers, namelijk occasionele diensten verricht door een burger tegen vergoeding bij een andere burger.

De regeling werd echter vernietigd door een arrest van het Grondwettelijk hof. Daarmee kwam er een eind aan het stelsel bijklussen burger-tot-burger en werd het oude regime van de deeleconomie, ingevoerd in 2016, terug van toepassing. Voor het verenigingswerk werd een aangepaste regeling uitgewerkt.

De regels die tot 2020 van toepassing waren op het ‘Bijklussen’ en de bijbehorende statistische gegevens kunnen nog steeds op de pagina Bijklussen geraadpleegd worden.

De aangepaste regeling verenigingswerk is vanaf 01/01/2021 van toepassing in de sportsector, en vanaf 08/05/2021 ook in de socioculturele sector. De volledige lijst van de betrokken activiteiten staat op de website www.verenigingswerk.be.

De belangrijkste aanpassingen en nieuwigheden zijn:

  • Verenigingswerkers moeten ten minste 18 jaar oud zijn.
  • De minimumvergoeding bedraagt 5,1 euro per uur en de inkomsten uit verenigingswerk mogen niet meer bedragen dan 532,50 euro per maand en 6.000 (geïndexeerd) euro per jaar (inclusief verplaatsingskosten en onkosten).
  • Verenigingswerkers mogen gemiddeld maximaal 50 uur per maand werken op kwartaalbasis.
  • De inkomsten uit verenigingswerk zijn niet langer volledig vrijgesteld van belasting en sociale zekerheid. Een vereniging die verenigingswerkers in dienst neemt, is aan de RSZ een solidariteitsbijdrage verschuldigd van 10% van de overeengekomen vergoeding. De regeling heeft ook een fiscaal luik, namelijk een belastingheffing van 10%.
  • Het aantal uren per maand dat de verenigingswerker zal presteren en eventueel het bedrag van de verbrekingsvergoeding (indien van toepassing ) moeten in de aangifte vermeld worden.

Meer informatie over verenigingswerk (lijst van de toegelaten activiteiten, geïndexeerde bedragen, enz.) is te vinden op de website voor verenigingswerk.

Waarop hebben de cijfers betrekking?

De gegevens hebben betrekking op alle activiteiten die door een natuurlijke persoon worden uitgevoerd in het kader van verenigingswerk en die via de RSZ onlinedienst verenigingswerk worden aangegeven.

Voor de deeleconomie maken de deeleconomieplatformen de gegevens over aan de FOD Financiën.

De cijfers op deze pagina zijn gebaseerd op de aangegeven activiteiten via de hierboven vermelde website. De deeleconomie maakt dus geen deel uit van de hier gepubliceerde cijfers.

het betreft hier diensten die door een verenigingswerker worden verleend ten behoeve van een organisatie. In dit geval is het de organisatie die de aangifte indient. Dit laatste omvat de identificatiegegevens van de natuurlijke persoon en de gebruiker (vereniging), evenals informatie over de start en einddatum van de prestaties, de activiteit, het maandelijkse bedrag van de vergoeding (zoals geraamd aan het begin van verenigingswerkovereenkomst) en de bestede uren. Aan het einde van elke maand wordt het werkelijke bedrag voor de maand door de vereniging doorgegeven.

In tegenstelling tot het stelsel bijklussen waar geen informatie kon worden verkregen over het aantal gewerkte uren of dagen, is in het nieuwe stelsel deze tekortkoming gecorrigeerd door de invoering van de aangifteplicht voor gepresteerd uren voor elke uitgevoerd activiteit in het kader van verenigingswerk. Deze gegeven wordt ook opgenomen in de nieuwe statistieken.

De beschikbare gegevens in verband met verenigingswerk zijn hoe dan ook nog steeds vrij beperkt.

 

Statistische benadering – kwartaalstatistieken

De basisbenadering van kwartaalstatistieken richt zich op de gebruiker van de verenigingswerk. De gebruiker is in dit geval de entiteit of organisatie (vzw, feitelijke vereniging of openbaar bestuur) die een beroep doet op een bijklusser om tegen vergoeding een taak uit te voeren.

Daarnaast zijn er ook nog een aantal gegevens over de verenigingswerker zelf, gebaseerd op persoonlijke en demografische gegevens, zoals die ook behandeld worden in de jaarstatistiek.

De beschikbare statistieken zijn opgemaakt op basis van deze twee benaderingen:

Het aantal verenigingswerkers volgens statuut, leeftijd en woonplaats;

  • Een verdeling van het aantal gebruikers volgens:
    • plaats (provincie) van de gebruiker (maatschappelijke zetel in het geval van een organisatie),
    • het type activiteit, de juridische vorm van de organisatie,
    • het aantal verenigingswerkers met het gegenereerde inkomen en gepresteerd uren volgens het statuut van de verenigingswerker.

Aantal verenigingswerkers volgens statuut, leeftijdsklasse en woonplaats

Het betreft het aantal unieke personen per kwartaal. Heeft een persoon verschillende activiteiten uitgeoefend gedurende het kwartaal, wordt hij maar één keer geteld.

De verdeling op basis van het statuut van de verenigingswerker bevat onvermijdelijk dubbeltellingen. Een verenigingswerker kan immers in verschillende statuten of types activiteiten prestaties leveren.

Verdeling van het aantal gebruikers volgens juridische vorm van de organisatie en locatie van de gebruiker

Het betreft het aantal unieke gebruikers van verenigingswerker per kwartaal.

De verdeling volgens juridische vorm betreft alleen organisaties die een KBO-nummer hebben. Feitelijke verenigingen vallen hier buiten. Gezien hun grote aantal, werden de juridische vormen voor de leesbaarheid ingedeeld in drie groepen 

Daarnaast is er een verdeling naar type verenigingswerkactiviteit en de provincie van de gebruiker.

Verdeling van het aantal gebruikers, verenigingswerkers, bedragen en uren naar type verenigingswerkactiviteit en juridische organisatievorm

Er zijn 2 types activiteiten, namelijk sportactiviteiten en socio-culturele activiteiten.

De gepresenteerde resultaten zijn onderverdeeld in twee soort entiteiten: die met een KBO-nummer (verenigingen en openbare besturen) en die zonder een KBO-nummer (feitelijke verenigingen).

Daarnaast wordt een aanvullende indeling gemaakt volgens de rechtsvorm van de verenigingen en openbare besturen.

Een gebruiker die verschillende types activiteiten afneemt wordt meerdere keren geteld.

Hetzelfde geldt voor een verenigingswerker die in verschillende types activiteiten presteert.

De bedragen zijn de ontvangen bedragen gedurende het betrokken kwartaal. Als een taak gespreid is over meerdere kwartalen (wat vaak voorkomt in het geval van organisaties), wordt alleen het bedrag dat verdiend werd gedurende het betrokken kwartaal meegenomen in de statistiek.

Aantal gebruikers en betaalde bedragen volgens gebruik van het aantal verenigingswerkers

Voor de leesbaarheid werd het aantal gebruikers in klassen ingedeeld.

Per klasse wordt het aantal gebruikers, verenigingswerkers, betaalde bedragen en gepresteerde uren vermeld.

Aantal gebruikers, betaalde bedragen en gepresteerd uren volgens statuut van de verenigingswerker

Deze tabel geeft een antwoord op volgende vragen:

  • Van welk statuut wordt het meest of het minst gebruik gemaakt tijdens een bepaald kwartaal?
  • Over hoeveel verenigingswerkers gaat het?
  • Hoeveel hebben ze verdiend?
  • Hoeveel uren hebben ze gepresteerd?

Een gebruiker die een verenigingswerker tewerkstelt die meerdere statuten heeft, wordt meerdere keren geteld.