Nieuwe statistieken over uitzendarbeid: nu ook informatie over activiteitstakken
De RSZ heeft zijn vernieuwde statistieken gepubliceerd. Die geven een gedetailleerd beeld van de uitzendarbeid in België. Dankzij de verplichting die begin 2023 werd ingevoerd om in de RSZ-kwartaalaangifte ook de gebruiker te vermelden, zijn nu zowel de uitzendkrachten als de economische sectoren die er gebruik van maken in kaart gebracht. Met deze nieuwe aanpak neemt de RSZ een belangrijke blinde vlek in de arbeidsmarktstatistieken weg en biedt hij waardevolle informatie. Uitzendarbeid is namelijk een belangrijke economische parameter voor de toestand van de economie.
Belangrijkste cijfers uit het tweede kwartaal van 2024
In het tweede kwartaal van 2024 waren er 192.744 uitzendwerknemers aan de slag binnen de normaleuitzendtewerkstelling. Zij voerden samen 241.202 uitzendopdrachten uit en vertegenwoordigden een arbeidsvolume van 87.565,7 voltijdsequivalenten (VTE). Dat betekent dat het arbeidsvolume van de gemiddelde uitzendwerknemer ongeveer overeenkomt met een halve VTE (45,4%). Per onderneming komt dat voor een gemiddelde uitzendkracht neer op een tewerkstelling van 36,3%. Bovendien was die gemiddelde uitzendwerknemer bij 1,25 gebruikers aan de slag. Dat laatste wordt berekend aan de hand van het aantal uitzendopdrachten.
In de speciale uitzendtewerkstelling – zoals flexijobs – liggen de cijfers lager. In dezelfde periode waren er daar 55.796 uitzendwerknemers actief, goed voor 70.272 opdrachten en een arbeidsvolume van 7.410,9 VTE. De gemiddelde uitzendkracht vertegenwoordigde in deze categorie een arbeidsvolume van 13,3% van een VTE. Per onderneming komt dat voor een gemiddelde uitzendkracht neer op een tewerkstelling van 10,5%. Die gemiddelde uitzendwerknemer was bij 1,26 gebruikers aan de slag.
De ‘Big Five’ van grootgebruikers
De meeste uitzendkrachten met een normale uitzendopdracht werken in vijf grote sectoren: industrie, handel, logistiek, administratieve en ondersteunende diensten, en horeca. Om naar deze sectoren van grootgebruikers te verwijzen gebruikt de RSZ de term ‘Big Five’.
Afname van de uitzendarbeid en uitzonderingen
Onze cijfers tonen aan dat de inzet van uitzendkrachten afneemt in het eerste en tweede kwartaal van 2024 vergeleken met dezelfde kwartalen een jaar eerder. Dat is het geval voor de meeste activiteitstakken, maar er zijn uitzonderingen. In de Horeca, bijvoorbeeld, kent het aantal tewerkgestelde uitzendkrachten (+ 0,9%) en het arbeidsvolume in voltijdsequivalenten (+2,7%) nog een lichte stijging in het tweede kwartaal van 2024 in vergelijking tot hetzelfde kwartaal een jaar eerder, maar in dezelfde periode daalt wel het aantal uitzendopdrachten binnen die sector (-1%).
Ook in het eerste kwartaal van 2024 zijn die uitzonderingen er. Zo laten bijvoorbeeld zowel de groot- en detailhandel als de horeca een zeer lichte stijging optekenen van het aantal tewerkgestelde uitzendwerknemers (respectievelijk + 0,06% en + 1,3%) ten opzichte van hetzelfde kwartaal in 2023. Binnen de groot- en detailhandel stijgt ook het arbeidsvolume nog licht (+ 0,2%) in de besproken periode terwijl dit in de Horeca daalt met 0,5%. Het aantal uitzendopdrachten daalt dan weer licht zowel in de groot- en detailhandel (- 0,5%) als in de horeca (- 0,07%) tijdens de desbetreffende periode.
Wie zijn de uitzendkrachten?
De data laten ook toe om een profiel van de uitzendwerknemer te schetsen. De grootste groep zijn jonge mannen tussen 20 en 24 jaar, gevolgd door mannen van 25 tot 29 jaar. Ook bij de vrouwelijke uitzendkrachten zijn die leeftijdsgroepen het best vertegenwoordigd, maar hun aandeel is veel kleiner dan bij hun mannelijke tegenhangers.
Opvallend is dat het grootste deel van de uitzendwerknemers voor slechts één uitzendkantoor werkt en in de meeste gevallen ook bij slechts één onderneming actief is. Dit geldt zowel voor mannelijke als vrouwelijke uitzendkrachten, ongeacht de leeftijdsgroep.
Meer informatie
Uitzendtewerkstelling - Eerste en tweede kwartaal 2024