Arbeidsmarktanalyse voor het derde kwartaal 2023

Na de sterke heropleving van de arbeidsmarkt in 2022, valt de groei van de loontrekkende tewerkstelling in het derde kwartaal 2023 stil.

Ten opzichte van dezelfde periode in 2022, was er een beperkte stijging van het aantal jobs (arbeidsplaatsen) (+0,4%), het aantal personen met een job (+0,3%), en het gepresteerde arbeidsvolume (uitgedrukt in voltijdsequivalenten) (+0,6%).

Sectoranalyse

Landbouw, bosbouw en visserij

In de land- en tuinbouw bestaat de loontrekkende tewerkstelling in belangrijke mate uit seizoensarbeid in de vorm van gelegenheidsarbeid. Het aantal arbeidsplaatsen op 30 september 2023 was 8,5% hoger dan in 2022. Het arbeidsvolume lag in het derde kwartaal 2023 wel -4,7% lager dan in het derde kwartaal 2022.

Industrie en bouw

In het derde kwartaal 2023 daalde in de “Industrie, energie en Bouw” het aantal arbeidsplaatsen (-0,2% t.o.v. 2022) zeer licht. Het arbeidsvolume bleef constant(+0,0% t.o.v. 2022).

In een beperkt aantal deelsectoren steeg het arbeidsvolume en het aantal arbeidsplaatsen ten opzichte van het derde kwartaal 2022. Ook in de farmaceutische nijverheid lijkt de sterkste groei voorbij (2,3% in arbeidsplaatsen en +2,5% in arbeidsvolume). In de meeste deelsectoren was de daling in tewerkstelling beperkt. De sterkste krimp is er in de “Textiel, kleding en leernijverheid” (-6,9% in arbeidsplaatsen en -5,9% in arbeidsvolume).

In de bouw steeg het aantal arbeidsplaatsen (+0,1%) en het arbeidsvolume in voltijdsequivalenten (+0,3%) nauwelijks ten opzichte van het derde kwartaal 2022.

Dienstverlenende sectoren

Globaal stegen in de Commerciële Dienstverlening zowel het aantal arbeidsplaatsen (+0,5% t.o.v. 2022) als het arbeidsvolume (+0,4% t.o.v. 2022), al is de stijging beperkter dan voorgaande kwartalen. In de meeste deelsectoren is de trend licht positief, zelfs in de financiële sector, na de lange periode van de structurele daling van de tewerkstelling. In de sectoren “Informatie en communicatie” (+1,2% in arbeidsplaatsen, +2,0% in arbeidsvolume) en “Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten” (+2,4% in arbeidsplaatsen, +3,4% in arbeidsvolume) is de trend nog behoorlijk positief, al zwakt de trend af. Ten opzichte van het derde kwartaal 2022 steeg het aantal arbeidsplaatsen in het derde kwartaal 2023 in de Horeca nog behoorlijk  (+3,1% in arbeidsplaatsen en +1,3% in arbeidsvolume). De sterk positieve trend van 2022 in de  sector “Administratieve en ondersteunende diensten” is in 2023 omgekeerd naar licht negatief (-0,7% in arbeidsplaatsen, -1,9% in arbeidsvolume), vooral door de beperktere inzet van uitzendkrachten. Vooral in de detailhandel is de trend vanaf 2023 negatief geworden. In het derde kwartaal 2023 daalde het aantal arbeidsplaatsen (-1,6%) en het arbeidsvolume (-1,8%) ten opzichte van het derde kwartaal 2022.

In het derde kwartaal 2023steeg de tewerkstelling in de Niet-commerciële Dienstverlening (+0,5% in arbeidsplaatsen, +1,2% in arbeidsvolume t.o.v. 2022). De groei was er vooral in de gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening (+0,9% in arbeidsplaatsen en +1,5% arbeidsvolume t.o.v. 2022). Bij “Kunst, amusement en recreatie” is er een stijging ten opzichte van het derde kwartaal 2022 (+1,3% in arbeidsplaatsen, +1,8% in arbeidsvolume).

Uitzendarbeid

De vraag naar arbeidskrachten via uitzendarbeid valt sterk terug. Eind september 2023 werden in de uitzendarbeid minder arbeidsplaatsen geteld dan eind september 2022 (-7,5% bij arbeiders, -4,4% bij bedienden). Het arbeidsvolume in voltijdsequivalenten daalde eveneens ten opzichte van het derde kwartaal 2022 (-9,3 ; -9,7,0% bij arbeiders, -8,6% bij bedienden).

Privé versus overheid

De toename in het aantal arbeidsplaatsen en van het arbeidsvolume vond zowel plaats in de privésector (+0,5% jobs en arbeidsvolume t.o.v. 2022), als bij de overheidssector (+0,2% jobs en +0,9% arbeidsvolume t.o.v. 2022).

Werknemersprofiel

De toename van het aantal arbeidsplaatsen was sterker bij vrouwen (+0,7%) dan bij mannen (+0,2%). De toename van het arbeidsvolume was eveneens groter bij vrouwen (+1,1%) dan bij mannen (+0,1%).

De stijging van het aantal arbeidsplaatsen is het sterkst bij de oudste leeftijdsgroepen, (+1,2% bij de groep 50 tot en met 64 jaar, +13,8% bij de 65+). De toename bij deze oudste leeftijdsgroep is vooral het gevolg van de toename van de flexijobs. Ook de toename van het arbeidsvolume deed zich sterker voor in de oudste leeftijdsgroepen (+1,4% bij de groep 50 tot en met 64 jaar, +15,5% bij de 65+).

De toename van het aantal arbeidsplaatsen was het sterkst bij de inwoners van het Brussels Gewest  (+2,0%, tegenover +0,4% voor het Vlaams Gewest en +0,0% voor het Waals Gewest) en ook de toename van het arbeidsvolume was het sterkst bij de inwoners van het Brussels Gewest (+2,6%, tegenover ongeveer +0,4% in het Vlaamse Gewest en +0,5% in het Waalse Gewest).

Meer informatie

Snelle ramingen van de tewerkstelling