Arbeidsmarktanalyse voor het derde kwartaal 2024
Na de sterke heropleving van de arbeidsmarkt in 2022, viel de groei van de loontrekkende tewerkstelling in de loop van 2023 sterk terug.
Deze trend zet zich door in 2024. Globaal zien we in het 3de kwartaal van 2024 nog een zeer lichte stijging in het aantal tewerkgestelde werknemers (+0,1%) en arbeidsplaatsen (+0,2%). Wat betreft het totale arbeidsvolume is er echter een daling van -0,4% waar te nemen ten opzichte van dezelfde periode in 2023.
Met name in de Industrie en Bouw is de trend al enige tijd negatief. In de dienstverlenende sectoren is de ontwikkeling in het aantal arbeidsplaatsen licht positief, maar enkel in de niet-commerciële dienstverlening wordt nog een beperkte groei gemaakt in termen van arbeidsvolume.
Sectoranalyse
Landbouw, bosbouw en visserij
In de Landbouw, bosbouw en visserij bestaat de loontrekkende tewerkstelling in belangrijke mate uit seizoensarbeid in de vorm van gelegenheidsarbeid. Door de timing van de seizoensgerelateerde arbeid die soms in het ene, soms in het andere kwartaal valt, varieert de tewerkstelling van jaar tot jaar van nature relatief sterk. Het aantal arbeidsplaatsen op 30 september 2024 was 12% lager dan een jaar eerder. Het arbeidsvolume in het derde kwartaal 2024 was 2,6% kleiner dan in het derde kwartaal 2023.
Industrie en bouw
In het derde kwartaal 2024 daalde in de Industrie, energie en bouw het aantal arbeidsplaatsen met 1,5% en het arbeidsvolume in voltijdsequivalenten (vte) met 2,3% ten opzichte van dezelfde periode in 2023.
Binnen de industrie daalde het arbeidsvolume en het aantal arbeidsplaatsen ten opzichte van het derde kwartaal 2023 in de meeste deelsectoren. De daling was het sterkst in de vervaardiging van transportmiddelen(-12% in arbeidsplaatsen, -17% in arbeidsvolume), in de Textiel-, kleding- en leernijverheid (-5,7% in arbeidsplaatsen en -5% in arbeidsvolume), deHout- en papierindustrie en drukkerijen ( -5% in arbeidsplaatsen en -4% in arbeidsvolume). Ook in de farmaceutische nijverheid (-0,2% in arbeidsplaatsen en -0,9% in arbeidsvolume) en in de vervaardiging van informaticaproducten (-3,6% in arbeidsplaatsen en -3% in arbeidsvolume) is er een afname. In de bouw daalde het aantal arbeidsplaatsen ten opzichte van dezelfde periode in 2023 (-1,6%) en daalde ook het arbeidsvolume in voltijdsequivalenten (-1,9%).
Dienstverlenende sectoren
In de Commerciële Dienstverlening in zijn geheel, steeg het aantal arbeidsplaatsen (+0,6% t.o.v. 2023/3), maar daalde het arbeidsvolume licht -0,5% t.o.v. 2023/3).
Vooral in de groot- en detailhandel is de trend vanaf 2023 negatief geworden. Ook in het derde kwartaal 2024 daalde het aantal arbeidsplaatsen (-0,7%) en het arbeidsvolume (-2,0%) ten opzichte van het derde kwartaal 2023. In de vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten (+2% in arbeidsplaatsen, +1,6% in arbeidsvolume) is de trend nog behoorlijk positief, al is de stijging kleiner dan in 2022 en 2023. In de horeca wordt, na een periode van groei, dit kwartaal een lichte daling van de tewerkstelling vastgesteld. Het aantal arbeidsplaatsen neemt met -0,7% af ten opzichte van het derde kwartaal 2023, het arbeidsvolume met -1,2%. In de financiële activiteiten en verzekeringen is al enkele kwartalen sprake van een lichte stijging van de tewerkstelling (in het derde kwartaal 2024 gaat het om +0,4% in arbeidsplaatsen en +0,4% in arbeidsvolume) na een langere periode van daling van de tewerkstelling in 2021 en 2022. In de administratieve en ondersteunende diensten is er een relatief sterke stijging van het aantal arbeidsplaatsen en een stilstand in het arbeidsvolume, maar door verschuivingen van activiteitstak is het beeld hier wat minder duidelijk.
In de Niet-commerciële Dienstverlening steeg de tewerkstelling (+0,7% in arbeidsplaatsen, +07% in arbeidsvolume t.o.v. 2023). In vrijwel alle deelsectoren wordt dan ook een lichte stijging van de tewerkstelling waargenomen.
Uitzendarbeid
In vergelijking met dezelfde periode vorig jaar, kende de vraag naar arbeidskrachten via uitzendarbeid in het derde kwartaal van 2024 een lichte stijging van 2,7% voor wat betreft het aantal arbeidsplaatsen op het einde van het kwartaal, maar voor de belangrijkste indicator, het arbeidsvolume in voltijdsequivalenten, was er een lichte daling van 1%. Maar de evolutie is sterk verschillend per type van uitzendarbeid. De klassieke uitzendarbeid blijft afnemen, terwijl er bij de bijzondere tewerkstellingsvormen via uitzendondernemingen een zeer sterke toename is (vooral flexijobs).
Klassieke uitzendarbeid
Globaal gezien wordt de klassieke uitzendarbeid in het derde kwartaal van 2024 gekenmerkt door een daling van zowel het aantal arbeidsplaatsen als het arbeidsvolume in voltijdsequivalenten ten opzichte van dezelfde periode in 2023. Concreet daalde het aantal arbeidsplaatsen met 0,6%. Het arbeidsvolume in voltijdsequivalenten nam af met 2,8%.
De sector Industrie, Energie en Bouw kent een daling in het aantal arbeidsplaatsen van 3,2% en van 3,8% in arbeidsvolume in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. De globale negatieve trend in de industrie vertaalt zich dus ook in een beperktere inzet van uitzendkrachten. De Commerciële dienstverlening kent een stijging van 1,1% in het aantal arbeidsplaatsen, maar het arbeidsvolume in voltijdsequivalenten daalt met 2,5%.
De sector van de Niet-Commerciële dienstverlening, waar veel minder gebruik gemaakt wordt van uitzendwerk, kende een daling van het aantal arbeidsplaatsen van 1,6% en het arbeidsvolume in voltijdsequivalenten daalde met 2,3%.
Bijzondere tewerkstellingsvormen
Binnen het segment van uitzendarbeid die valt onder de bijzondere tewerkstellingsvormen stelden we een sterke stijging vast van zowel het aantal arbeidsplaatsen (+22,2%) als het arbeidsvolume in voltijdsequivalenten (+23,9%) ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar.
De bijzondere uitzendarbeid in de landbouw, bosbouw en visserij heeft vooral betrekking op gelegenheidswerk. De daling in het derde kwartaal 2024 heeft zowel te maken met een beperktere inzet van gelegenheidswerknemers in het derde kwartaal 2024 als een beperkter gebruik van uitzendarbeid voor de invulling van het gelegenheidswerk.
Voor wat de algemene toename van de bijzondere uitzendarbeid betreft, lijkt vooral de stijging van de flexijobs in de voedingsindustrie, de handel en de horeca verantwoordelijk. Zo steeg het aantal arbeidsplaatsen in de voedingsindustrie (waaronder ook bakkerijen, slagers,…) met 56,6% en het arbeidsvolume met 84,8%.
In de handel steeg het aantal arbeidsplaatsen voor dit type uitzendarbeid met 31,3% en het arbeidsvolume in voltijdsequivalenten met 36,9%. De horeca kende een stijging van respectievelijk 12,3% en 22,2%.
Privé versus overheid
In de privésector neemt het aantal arbeidsplaatsen voor arbeiders in 2024/3 af (-1,1%), maar stijgt het voor bedienden (+0,8%). Dit heeft als gevolg dat er voor de gehele privésector geen beweging is in het aantal arbeidsplaatsen (+0,0%). Het arbeidsvolume daalt ten opzichte van 2023 (-0,9%), en dit zowel voor arbeiders (-2,2%) als ook in beperkte mate voor bedienden (-0,1%).
In de overheidssector daarentegen wordt een groei vastgesteld in het aantal jobs (+0,7%), welke voornamelijk plaats vindt bij ambtenaren (+1,2%). Bij arbeiders en bedienden worden lichtere stijgingen vastgesteld (respectievelijk +0,4% en +0,1%). Ook het arbeidsvolume stijgt ten opzichte van 2023 (+0,7%). Opnieuw zien we deze stijging vooral bij ambtenaren (+1,0%), terwijl bij arbeiders een lichte daling plaats heeft (-0,3%) en bij bedienden een lichte stijging (+0,6%).
Werknemersprofiel
Werknemers naar geslacht
Bij mannen en vrouwen is de evolutie in de tewerkstelling licht positief voor wat het aantal arbeidsplaatsen betreft (+0,1% en +0,3% respectievelijk). In het arbeidsvolume wordt bij vrouwen geen verschil vastgesteld ten opzichte van het derde kwartaal 2023 (+0,0%). Bij mannen laat de tewerkstelling een licht negatieve ontwikkeling zien ten opzichte van vorig jaar (-0,7%).
Werknemers naar leeftijdsklasse
Wanneer we kijken naar de tewerkstelling verdeeld in leeftijdsklassen, zien we dat deze afneemt bij jongere werknemers en stijgt bij oudere werknemers.
Bij jongere leeftijdsgroepen is er globaal sprake van een lichte daling van de tewerkstelling. Voor jongeren tot 25 jaar wordt er een daling vastgesteld van -1,2% in het aantal arbeidsplaatsen en -1,7% in het arbeidsvolume ten opzichte van het derde kwartaal van 2023. In de leeftijdsgroep 25 tot 39 jaar dalen zowel het aantal arbeidsplaatsen als het arbeidsvolume licht (-0,2% en -0,9%). In de groep 40 tot en met 49 jaar kwamen er arbeidsplaatsen bij (+0,3%), maar daalde het arbeidsvolume (-0,4%). Bij 50 plussers is de ontwikkeling in de tewerkstelling op beide criteria positief. Er kwamen arbeidsplaatsen bij (+0,4% voor 50 tot 64-jarigen en +15,6% voor werknemers van 65 jaar en ouder), en ook het arbeidsvolume steeg (+0,1% voor 50 tot 64-jarigen en +15,8% voor werknemers van 65 jaar en ouder). De stijging bij deze oudste leeftijdsgroep is vooral het gevolg van de toename van flexijobs.
Werknemers naar woonplaats
Onder inwoners van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vond in het derde kwartaal 2024 een toename van de tewerkstelling plaats ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. We stellen een stijging vast van +1,1% in het aantal arbeidsplaatsen en +0,3% in het arbeidsvolume. In het Vlaams Gewest en het Waals Gewest is evolutie eerder licht negatief. Hoewel het aantal arbeidsplaatsen gelijk blijft in Vlaanderen (+0,0%) en licht stijgt in Wallonië (+0,4%), daalt het arbeidsvolume in beide gewesten (-0,5% in Vlaanderen en -0,4% in Wallonië).