Coronacrisis en arbeidsmarkt

De coronacrisis treft ook de arbeidsmarkt, omdat heel wat ondernemingen geheel of gedeeltelijk moeten sluiten. We zien dit in de cijfers in verband met tijdelijke werkloosheid, de vermindering van het aantal tijdelijke contracten, alsook het verminderd inzetten van uitzendkrachten en studenten op de arbeidsmarkt. We zetten een aantal concrete cijfers in verband met de coronacrisis en de arbeidsmarkt op een rij.

Corona en de arbeidsmarkt: overzicht van de eerste 3 kwartalen van 2021

Ook in 2021 werd de situatie op de arbeidsmarkt voor een belangrijk deel bepaald door de coronacrisis. Uit de RSZ-kwartaalstatistieken kunnen we enkele interessante conclusies trekken.

Loontrekkende tewerkstelling

De volledige of gedeeltelijke sluiting van sectoren heeft een grote impact op de tewerkstelling. In 2021 zijn de gevolgen vooral zichtbaar in de eerste vijf maanden.

Het sterkst was de invloed op het arbeidsvolume. Dat lag ook in de eerste twee kwartalen nog onder het pre-coronaniveau van 2019. In het derde kwartaal 2021 kwam het arbeidsvolume voor het eerst terug boven het pre-coronaniveau (+0,5%).

Op het aantal arbeidsplaatsen bleef de impact beperkt: dat was in de eerste drie kwartalen van 2021 hoger dan in de overeenkomende kwartalen van 2019.

In Arbeidsmarktanalyse - snelle ramingen kan u een bespreking van de recentste trends – derde kwartaal 2021 terugvinden.

In de gedetailleerde kwartaalgegevens kan u de evoluties tot en met het tweede kwartaal 2021 analyseren aan de hand van meerdere criteria. 

Tijdelijke werkloosheid

De belangrijkste maatregel voor behoud van tewerkstelling was de tijdelijke werkloosheid voor overmacht door COVID-19. Vanaf het tweede kwartaal 2020 wordt deze specifieke vorm van tijdelijke werkloosheid in de RSZ-aangiftes geregistreerd.

Tijdelijke werkloosheid (2021)

Eerste kwartaal

Tweede kwartaal

Derde kwartaal*

Betrokken werkgevers

90.975

82.560

47.000

Betrokken werknemers

616.000

528.000

277.000

Aantal dagen (omgerekend naar het vijfdagenstelsel)

11.600.000

8.100.000

3.300.000

Overeenkomstig arbeidsvolume (voltijdse werknemers/kwartaal)

154.667

106.091

43.000

Gemiddeld aantal dagen per betrokken werknemer

19

15,5

12

* Cijfers voor het derde kwartaal zijn voorlopig

Meer informatie over tijdelijke werkloosheid vindt u in de kwartaalgegevens van de gelijkgestelde perioden.

Specifieke tewerkstellingstypes in de horeca

De gehele of gedeeltelijke sluiting van sectoren trof vooral de horeca, en nog meer de bijzondere tewerkstellingstypes die in het algemeen niet kunnen terugvallen op tijdelijke werkloosheid.

In het eerste kwartaal 2021 daalde de tewerkstelling in de horeca zeer sterk, zowel in arbeidsplaatsen als in arbeidsvolume. De geleidelijke heropening tijdens het tweede kwartaal 2021 zorgde net als in het tweede kwartaal 2020 voor een sterk herstel van het aantal werknemers. Ook het derde kwartaal lijkt die trend te bevestigen, met vooral een sterke inzet van flexijobs en jobstudenten.

evolutie 2021 ten opzichte van 2019

aantallen

arbeidsvolume

eerste kwartaal

tweede kwartaal

derde kwartaal *

eerste kwartaal

tweede kwartaal

derde kwartaal *

gewoon stelsel

78,6%

84,6%

87,1%

28,3%

52,7%

87,0%

extra

11,1%

50,5%

76,4%

12,1%

41,1%

85,1%

flexi

24,5%

83,7%

116,3%

30,1%

69,7%

130,7%

student

30,8%

82,1%

110,9%

38,2%

75,5%

134,2%

* Cijfers voor het derde kwartaal zijn voorlopig

Gewone werknemers

Ten opzichte van 2019 daalde het aantal gewone werknemers in het eerste kwartaal 2021 met 21% en in het tweede met 15%. In het derde kwartaal bleef de tewerkstelling van gewone werknemers ook nog onder het pre-coronaniveau (ongeveer -13% in arbeidsplaatsen, voorlopige cijfers). 

Voor hun gewone werknemers konden werkgevers in belangrijke mate een beroep doen op tijdelijke werkloosheid. Zo daalde het arbeidsvolume in het eerste kwartaal 2021 met liefst 72% ten opzichte van het eerste kwartaal 2019 en in het tweede kwartaal nog met 47%; ook in het derde kwartaal bleef het arbeidsvolume duidelijk onder het pre-coronaniveau (-13%, voorlopige cijfers).

Flexi-jobs

Het aantal flexi-jobs in de horeca daalde in het eerste kwartaal sterk (-75%) ten opzichte van 2019. In het tweede kwartaal was de daling al teruggelopen (-16%). In het derde kwartaal (voorlopige cijfers) was er al een stevige toename ten opzichte van het pre-coronaniveau (+16%).

Voor de gewerkte uren was er een gelijkaardig beeld: sterke daling in het eerste kwartaal 2021 (-70%), een beperktere daling in het tweede kwartaal (-30%) en in het derde kwartaal al een stijging van 31% ten opzichte van de overeenkomende kwartalen 2019.

Gelegenheidswerknemers

Ten opzichte van het overeenkomstige kwartaal in 2019 daalde het aantal gelegenheidswerknemers (extra’s) in de horeca in het eerste kwartaal 2021 heel sterk (-89%). Ook in het tweede kwartaal bleef de daling nog fors (-50%). Het aantal extra’s bleef, in tegenstelling tot de flexi-jobs, ook in het derde kwartaal nog onder het pre-coronaniveau (-24%).

Jobstudenten

Het aantal studenten in de horeca viel in het tweede kwartaal 2021 veel minder sterk terug dan in het tweede kwartaal 2020. Ten opzichte van het tweede kwartaal 2019 daalde het aantal jobstudenten in 2021 met 18%, het aantal uren met 25%. In het tweede kwartaal 2020, bij de eerste coronagolf, bedroeg de daling nog 50% (jobs) en 66% (aantal uren). Cijfers over de studentenarbeid in het algemeen vindt u hieronder.

Flexi-jobs in andere sectoren

De impact van de coronamaatregelen op de bijzondere tewerkstellingstypes in andere sectoren is zeer verschillend.

  • In de handel leidde corona eerder tot een versterking van de tewerkstelling via flexi-jobs. Ten opzichte van het tweede kwartaal in 2019 zijn er al 89% meer werknemers in flexi-jobs actief en hun arbeidsvolume is zelfs meer dan verdubbeld (+127%).
  • Bij de kappersbedrijven en schoonheidszorgen was het aantal uren door flexi-jobs in het tweede kwartaal 2021 weer op peil ten opzichte van het tweede kwartaal 2019. Het aantal flexi-jobs is er zelfs met 36% gestegen. In het tweede kwartaal 2019 was het gebruik van flexi-jobs buiten de horeca nog redelijk nieuw en zeker voor de kappersbedrijven gaat het om nog zeer kleine aantallen.  

Raadpleeg de statistieken over de specifieke tewerkstellingstypes (horeca e.a.).

Studentenarbeid

De coronamaatregelen, sluiting van sectoren en grotere tewerkstellingsbehoeften in andere sectoren hadden ook hun invloed op de tewerkstelling van studenten. Maar de impact was veel minder sterk dan in 2020. Het aantal jobs daalde in het tweede kwartaal met 1,3% ten opzichte van 2019, het aantal gewerkte uren steeg zelfs met 4%. Dat betekent dat het gemiddelde aantal uren per studentenjob steeg.

De sterkst getroffen sectoren waren “kunst, amusement en recreatie” (-32%) en de horeca (-23%). Sterke relatieve stijgingen waren er in de gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening (+55%), de land- en tuinbouw (+42%) en de bouw (+31%). De grootste absolute stijging was er bij de handel. Ook de studentenarbeid via uitzendondernemingen nam sterk toe.

Opmerkelijk: volgens voorlopige gegevens is er nog nooit zoveel studentenarbeid verricht als in het derde kwartaal van 2021. In de zomer van 2021 (juli-augustus-september), zagen we:

  • 477.000 jongeren hadden minstens 1 studentenjob (2,5% meer dan in 2019)
  • Allen samen deden ze 624.000 jobs (6% meer dan in 2019)
  • En ze werkten maar liefst 60,6 miljoen uren (14% meer gewerkte uren dan in 2019)

Nooit eerder hebben studenten zoveel gewerkt als in de zomer van 2021.

Daar zijn verschillende verklaringen voor. Hoewel in sommige sectoren (bijvoorbeeld evenementen en festivals) de vraag naar jobstudenten nog beperkt was, hadden veel andere sectoren juist wel behoefte aan extra handen – bijvoorbeeld door bijgekomen sanitaire verplichtingen of doordat het vaste personeel niet meer beschikbaar was. Daar staat tegenover dat jongeren klaar stonden om meer te werken, omdat vakantieplannen wegvielen (reizen was moeilijker, festivals vielen weg) en de beperking op het aantal studentenuren wegviel.

Raadpleeg de statistieken over de tewerkstelling van studenten

Tewerkstelling met dienstencheques

Bij de eerste coronagolf ging de sector van de dienstenchequebedrijven niet helemaal dicht. Heel wat werknemers werden op tijdelijke werkloosheid gezet omdat ze hun taken niet in veilige omstandigheden konden uitoefenen. De volgende coronagolven hebben een beperktere impact gehad op de tewerkstelling via dienstencheques.

In het eerste en tweede kwartaal  2021 was het aantal arbeidsplaatsen al iets hoger dan in de overeenstemmende kwartalen van 2019, maar het arbeidsvolume lag 5% lager. En op basis van voorlopige gegevens lijkt dit ook op te gaan voor het derde kwartaal 2021.

Raadpleeg de statistieken over de tewerkstelling met dienstencheques